Art-Nouveau
Kenmerken
Art Nouveau is niet de enige naam voor deze bouwstijl. Art Nouveau wordt vooral gebruikt in België en Frankrijk. In Duitsland spreekt men van jugendstil. In de grote centra zoals Brussel ontstaat de stijl even na 1890. Hij kent een korte bloeiperiode, die bij het begin van de Eerste Wereldoorlog reeds afgelopen is.
Deze bouwstijl maakte deel uit van de algemene afschuw in Europa. De kunstenaars zetten zich af tegen de lelijke massaproductie en het onpersoonlijke ervan.
Kunst moet weer mooi zijn!
De belangrijkste inspiratiebron van deze kunststroming is de dieren- en plantenwereld. Stijl gekenmerkt door het gebruik van giet- en smeedijzer, glas, asymmetrie en een vloeiend lijnenspel.
Art nouveau is een totaalkunstvorm, die - op zijn best - zowel het interieur (binnenkant gebouw) als het exterieur (buitenkant gebouw) tot in de kleinste details omvat.
Door het gebruik van niveauverschillen, bijzondere raampartijen, serres, trappenhuizen en glazen lichtkoepels bracht men op alle verdiepingen en in alle kamers licht naar binnen, en creëerde men een ruimtegevoel dat voor burgerwoningen uit die tijd ongekend was.
Het belangrijkste kenmerk zijn de asymmetrische golvende lijnen. Ze waren een middel om emoties uit te drukken. Deze vormen zijn ook te zien bij decoratieve vormen van bijvoorbeeld trapleuningen, balkons en gevels.
Opvallend was het gebruik van veel glas en ijzer.
IJzer was namelijk geschikt om verwerkt te worden tot sierlijke gebogen vormen. Dat het in zoveel kunstvormen werd toegepast, kwam doordat het heel gebruikelijk was dat een architect ook meubels, zilver, glaswerken, wandversieringen en affiches ontwierp.
Gewijzigde sociale en economische omstandigheden en de toepassing van nieuwe materialen zoals beton, brachten na de Eerste Wereldoorlog het einde van de bouwstijl Art Nouveau of Jugenstil..
Deze bouwstijl maakte deel uit van de algemene afschuw in Europa. De kunstenaars zetten zich af tegen de lelijke massaproductie en het onpersoonlijke ervan.
Kunst moet weer mooi zijn!
De belangrijkste inspiratiebron van deze kunststroming is de dieren- en plantenwereld. Stijl gekenmerkt door het gebruik van giet- en smeedijzer, glas, asymmetrie en een vloeiend lijnenspel.
Art nouveau is een totaalkunstvorm, die - op zijn best - zowel het interieur (binnenkant gebouw) als het exterieur (buitenkant gebouw) tot in de kleinste details omvat.
Door het gebruik van niveauverschillen, bijzondere raampartijen, serres, trappenhuizen en glazen lichtkoepels bracht men op alle verdiepingen en in alle kamers licht naar binnen, en creëerde men een ruimtegevoel dat voor burgerwoningen uit die tijd ongekend was.
Het belangrijkste kenmerk zijn de asymmetrische golvende lijnen. Ze waren een middel om emoties uit te drukken. Deze vormen zijn ook te zien bij decoratieve vormen van bijvoorbeeld trapleuningen, balkons en gevels.
Opvallend was het gebruik van veel glas en ijzer.
IJzer was namelijk geschikt om verwerkt te worden tot sierlijke gebogen vormen. Dat het in zoveel kunstvormen werd toegepast, kwam doordat het heel gebruikelijk was dat een architect ook meubels, zilver, glaswerken, wandversieringen en affiches ontwierp.
Gewijzigde sociale en economische omstandigheden en de toepassing van nieuwe materialen zoals beton, brachten na de Eerste Wereldoorlog het einde van de bouwstijl Art Nouveau of Jugenstil..