Renaissance
Kenmerken
Renaissance is Frans voor wedergeboorte. De Renaissance is de bouwstijl van de 15e eeuw die teruggrijpt op de klassieke bouwkunst van de Romeinen, maar daar een eigen invulling aan heeft gegeven.
Met de renaissance worden de Middeleeuwen afgesloten.
Ook de Oud-Griekse bouwkunst werd herontdekt en bewonderd. Proportie en harmonie waren erg belangrijk. Ze gebruikten het menselijk lichaam als uitgangspunt.
De stad Florence wordt gezien als startpunt van de vroege renaissance. Vanuit hier verspreidde de renaissancestijl zich door Italië.
De burgers werden steeds belangrijker in de samenleving in de middeleeuwen. Alles draaide om God, dus elke handeling die je deed had met God en met de kerk te maken. Je leefde dus als het ware naar de dood.
Tegen de veertiende eeuw kregen de geleerde belangstelling voor kunst en teksten uit de klassieke oudheid.
De architecten van de renaissance begonnen zelf nieuwe ideeën te onderzoeken en trokken zich minder aan van wat de kerk hen te vertellen had. De herontdekking van de klassieke wetenschap en de nieuwe manier van denken heet “de renaissance” .
Kennis over de klassieke bouwkunst verkreeg men door de overgebleven gebouwen te bekijken en te schetsen en door het lezen van De architectura (15v. Chr.) van Vitruvius (Romeinse architect, militair en ingenieur).
In het boek stelt Vitruvius drie eisen aan een gebouw:
- Firmitas(stevigheid),
- Utulitas (bruikbaarheid)
-Venustas (schoonheid)
De renaissancearchitectuur is ook een periode waarin bouwmeesters (architecten) meer aanzien en zelfvertrouwen kregen en zich niet meer als ambachtslieden zagen, maar als geleerden.
Met de renaissance worden de Middeleeuwen afgesloten.
Ook de Oud-Griekse bouwkunst werd herontdekt en bewonderd. Proportie en harmonie waren erg belangrijk. Ze gebruikten het menselijk lichaam als uitgangspunt.
De stad Florence wordt gezien als startpunt van de vroege renaissance. Vanuit hier verspreidde de renaissancestijl zich door Italië.
De burgers werden steeds belangrijker in de samenleving in de middeleeuwen. Alles draaide om God, dus elke handeling die je deed had met God en met de kerk te maken. Je leefde dus als het ware naar de dood.
Tegen de veertiende eeuw kregen de geleerde belangstelling voor kunst en teksten uit de klassieke oudheid.
De architecten van de renaissance begonnen zelf nieuwe ideeën te onderzoeken en trokken zich minder aan van wat de kerk hen te vertellen had. De herontdekking van de klassieke wetenschap en de nieuwe manier van denken heet “de renaissance” .
Kennis over de klassieke bouwkunst verkreeg men door de overgebleven gebouwen te bekijken en te schetsen en door het lezen van De architectura (15v. Chr.) van Vitruvius (Romeinse architect, militair en ingenieur).
In het boek stelt Vitruvius drie eisen aan een gebouw:
- Firmitas(stevigheid),
- Utulitas (bruikbaarheid)
-Venustas (schoonheid)
De renaissancearchitectuur is ook een periode waarin bouwmeesters (architecten) meer aanzien en zelfvertrouwen kregen en zich niet meer als ambachtslieden zagen, maar als geleerden.